Barcelona en de Superblocks, Berlijn en de Kiez-Parklets, Milaan en het Strade Aperte project, München en de Schanigarten: Steeds meer lokale overheden promoten en ondersteunen actief tijdelijke straatmeubilairprojecten – en vaak met veel participatie. Klinkt op het eerste gezicht geweldig, maar dat is het niet per se. Stedelijke ruimtes kunnen ook hun kwaliteiten verliezen door tijdelijk straatmeubilair of de promotie ervan.
De trottoirs in München mochten blijven staan tot eind november 2021 na het besluit van de gemeenteraad. Tegelijkertijd blijven de tuinen echter van april tot oktober een integraal onderdeel van de openbare straatruimte. Een nieuwigheid: de extra buitenbarretjes op openbaar terrein waren eigenlijk bedoeld als noodoplossing voor de horeca, die getroffen was door de pandemie van het coronavirus. Sindsdien zijn ze een vast onderdeel geworden van de straten van München. Tot grote ergernis van veel mensen die op zoek zijn naar een parkeerplaats: De Schanigarten staan meestal op parkeerplaatsen (en/of trottoirs) en nemen dus de bijbehorende parkeerplaats in beslag. Geen gemakkelijke kwestie in München.
Kroegentuinen in München: Niet langer gratis
De term en het idee van de Schanigarten zelf komen oorspronkelijk uit Oostenrijk en zijn sinds kort vanzelfsprekend in München. Na München volgden andere steden met deze speciale oplossing (waaronder bijvoorbeeld Berlijn), waarbij het gebruik van openbare voetpaden en parkeerplaatsen voor buitenhoreca werd toegestaan – aanvankelijk zonder extra speciale gebruikskosten. In München is het allemaal niet meer gratis: volgens muenchen.de (vanaf 2021) moeten handelaren een administratieve vergoeding van 180 euro betalen bij de eerste aankondiging, die alleen wordt kwijtgescholden tijdens actieve coronavirusbeperkingen. Daarnaast moet er jaarlijks een speciale gebruiksvergoeding worden betaald. Dit is afhankelijk „van de betreffende straatgroep“. Restaurateurs betalen dan tussen de 16 en 77 euro per vierkante meter. Met een gemiddelde grootte van twee parkeerplaatsen in de lengte (twee meter bij 5,70 meter), d.w.z. 22,8 vierkante meter, resulteert dit in een jaarlijkse speciale gebruiksvergoeding van 364,80 tot 1.755,60 euro per trottoir.
Met het besluit van de gemeenteraad van München ten gunste van terugkerende trottoirtuinen is dit een interessant voorbeeld van een post-coronastad – als je daar al van kunt spreken. Een maatregel geboren uit de noodsituatie van het coronavirus verandert de stedelijke ruimte van München met behulp van een interventie die actief wordt gepromoot door de groen-rode regering van het stadhuis van München. Dit is niet alleen een voorbeeld op het gebied van tijdelijk straatmeubilair, maar het is ook een mijlpaal in de manier waarop de overheid omgaat met openbare parkeerplaatsen.