De staatstuinenshow bestaat in Duitsland sinds 1970 en is, net als andere soorten tuinenshows, een van de belangrijkste instrumenten van hedendaagse stadsontwikkeling. Hier kun je te weten komen wat ze zo bijzonder maakt, waarom gemeenten besluiten een aanvraag in te dienen, hoe ze gefinancierd worden en waar ze begonnen zijn.
De site van de State Garden Show in Ingolstadt © Landesgartenschau Ingolstadt 2020 GmbH
Motor voor stedelijke ontwikkeling
Sinds 1865 worden er in Duitsland verschillende soorten tuinbouwtentoonstellingen gehouden. Er wordt een algemeen onderscheid gemaakt tussen de vier formaten van de Internationale Tuinbouwtentoonstelling („IGA“), de Bundesgartenschau („BUGA“), de Landesgartenschau („LGS“ of „LAGA“) en de Garden Show. Zoals de naam al aangeeft, wordt de Landesgartenschau georganiseerd op het niveau van de desbetreffende deelstaat.
Beieren en Baden-Württemberg zijn momenteel de koplopers onder de Duitse deelstaten wat betreft het organiseren van staatstuinenshows. De steden Ulm en Neu-Ulm op de grens tussen de twee deelstaten organiseerden de eerste in 1980. Dit was overigens de eerste (en tot nu toe enige) staatstuinenshow die de staatsgrenzen overschreed. In beide deelstaten zijn altijd regelmatig staatstuinshows gehouden. De allereerste Duitse staatstuinenshow vond echter plaats in 1970 in Noordrijn-Westfalen in de gemeente Grefrath.
In 2021 organiseren de steden Ingolstadt en Überlingen staatstuinshows in Duitsland.
Voor 2022 staan er tuinenshows gepland in Neuenburg am Rhein, Bad Gandersheim, Beelitz en Torgau.
De staatstuinenshow is bedoeld om de levenskwaliteit in steden en gemeenschappen te verbeteren en duurzame stedelijke ontwikkeling te stimuleren. Hierdoor worden groene open ruimtes gecreëerd. In het beste geval blijven deze nog lang na de zes maanden durende tentoonstelling bestaan. Tegelijkertijd worden er meestal ingrijpende stedelijke herontwikkelingsmaatregelen uitgevoerd die zonder de State Garden Show helemaal niet of pas met een aanzienlijke vertraging gerealiseerd zouden worden. De tentoonstellingen zijn ook een integraal onderdeel van de citymarketing. Het toerisme profiteert van de gasten die door de tentoonstellingen naar de evenementensteden worden getrokken. Het formaat van de Garden Show wordt daarom ook gezien als een „katalysator“ voor stedelijke ontwikkeling.
Waarom gemeenten voor de Garden Show kiezen
Een State Garden Show maakt – net als alle tuinbeurzen – deel uit van het gemeentelijk ontwikkelingsbeleid. Het helpt om de gemeente verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het stadsbeeld te revitaliseren. Ook biedt het oplossingen – en voorbeelden – voor regionale vraagstukken en problemen. Bovendien – en dat is misschien wel een van de grootste voordelen – bundelt het concrete gemeentelijke activiteiten binnen een vast tijdskader. Deze randvoorwaarden kunnen gemeenschappen een impuls geven en conflicten tussen belangengroepen aanpakken.
Tot slot verhoogt een staatstuinenshow de aantrekkelijkheid van de locatie. Het trekt niet alleen toeristen aan in het jaar van de show, maar zorgt ook voor blijvende attracties. Tegelijkertijd betekent de toegenomen leefbaarheid ook dat de gemeente aantrekkelijker is voor nieuwe werknemers voor regionale werkgevers. Het Garden Show-jaar zelf blijkt een kans te zijn voor de lokale horeca en handel.
Besluit en financiering
Ook citymarketing heeft baat bij de State Garden Show. Als locatie wordt een gemeente het middelpunt van de aandacht van de media en het publiek. De media berichten meer over de stad, touroperators en toeristische bedrijven merken de toegenomen aandacht op. Een gemeente kan hiervan profiteren tot lang nadat de Landesgartenschau is afgelopen.
Er zijn echter niet alleen politieke en economische redenen voor een Landesgartenschau. Idealiter profiteert ook het milieu nog lange tijd van een LGS. Een van de doelen van tuinshows is immers om aandacht te besteden aan natuurbehoud. De concepten doen dit door verbindingen tussen stedelijkheid en natuur te benadrukken en te ondersteunen. Ze dragen ook bij aan het behoud van biodiversiteit in stedelijke gebieden, revitaliseren ecologische systemen en bieden een platform voor nieuwe ideeën en milieubescherming. Dit omvat bijvoorbeeld het tastbaar maken van zogenaamde „groene onderwerpen“ voor scholen. Door al op voorschoolse leeftijd met natuur- en milieuprojecten bezig te zijn, worden leerlingen zich meer bewust van het klimaat en de natuur.
In Beieren wordt een staatsspektakel voor tuinen toegekend in een aanvraagprocedure die uit twee fasen bestaat. Na uitgebreid overleg met de deskundigen van de Bayerische Landesgartenschau wordt een officiële aanvraag ingediend met een gedetailleerd concept waarbij de lokale bevolking en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, het milieu en de cultuur worden betrokken.
De beroepsvereniging laat de steden hun aanvraagconcepten ter plaatse presenteren. Na een gedetailleerde discussie doet de vereniging een aanbeveling voor de prijs. De uiteindelijke beslissing wordt genomen door het Beierse Staatsministerie van Milieu en Consumentenbescherming in overleg met het Beierse Staatsministerie van Land- en Bosbouw.
Na de State Garden Show
In Baden-Württemberg voert het ministerie van Platteland, Voedsel en Consumentenbescherming samen met de Förderungsgesellschaft für die Baden-Württembergischen Landesgartenschauen mbH een eerste beoordeling van de aanvragen uit. Daarna volgt een voorselectie die ter beslissing wordt voorgelegd aan de Ministerraad.
De kosten voor de organisatie van het evenement worden gedragen door de gemeenten en steden en worden op aanvraag gesubsidieerd door de staatsministeries.
Een gemeente die het contract voor een staatstuinbouwshow krijgt toegewezen, stelt een financieringsplan op. Dit is onderverdeeld in een investeringsbegroting en een realisatiebegroting. Het eerste budget dekt de bouw- en bijkomende kosten voor permanente voorzieningen. Het uitvoeringsbudget daarentegen dekt de kosten van de gemeente als opdrachtgever en alle kosten die worden gemaakt voor de voorbereiding en organisatie van de Staatstuinenshow. Maar ook alle inkomsten uit entreegelden, verhuur, reclame, donaties en sponsoring vloeien naar het uitvoeringsbudget.
Als alles goed gaat, zijn veel dingen in een gemeente na de Landesgartenschau niet meer hetzelfde. Het doel van de LGS is om de gemeente op de lange termijn ten goede te veranderen. De infrastructuur en de economie moeten zich merkbaar hebben ontwikkeld. Maar bovenal moeten er intensief gebruikte recreatiegebieden voor de inwoners zijn gecreëerd.
State Garden Show in een landelijke vergelijking
Er worden vaak ondersteunende verenigingen gevormd om deze na de show te onderhouden. Deze ondersteunen de stad bij het onderhoud van de LGS-locatie en raken op andere manieren betrokken. Bijvoorbeeld door het organiseren van evenementen of door de inwoners van de stad bewust te blijven maken van LGS-onderwerpen.
Al met al verhoogt een show de kwaliteit van leven voor alle inwoners van een LGS-gemeente. Tegelijkertijd versterkt het de sociale betrokkenheid en vergroot het het bewustzijn van het belang van groen – voor de kwaliteit van leven, de leefomgeving en het stadsklimaat.
In Noordrijn-Westfalen vindt de State Garden Show meestal om de drie jaar plaats. Beieren organiseert zijn shows sinds 1990 om de twee jaar. In 1995 kwamen daar de kleine tuinshows „Natuur in de stad“ bij. Deze worden op dezelfde manier georganiseerd, maar dan kleiner. Vanaf 2022 zal dit onderscheid echter niet meer bestaan. Met uitzondering van 2023 zullen de shows dan jaarlijks plaatsvinden. Baden-Württemberg daarentegen blijft trouw aan zijn tweejaarlijkse ritme, afgewisseld met de kleine tuinshows.
Baden-Württemberg
Met uitzondering van Saarland en de stadstaten Berlijn, Hamburg en Bremen zijn er tot nu toe in alle Duitse deelstaten staatstuinshows gehouden. Berlijn en Hamburg waren al gastheer van de Bundesgartenschau. Dat deze al tientallen jaren consequent in Beieren, Baden-Württemberg en NRW worden gehouden, heeft ook te maken met de grootte en het budget van de deelstaten.
In Baden-Württemberg zijn er sinds 1980 ongeveer 28 staatstuinenshows en elf zogenaamde „groene projecten“ gehouden. Sinds 2001 verwijst een groen project naar kleinere tuinshows die jaarlijks worden afgewisseld met de staatstuinenshows. Het groene project in Eppingen met de titel „Zomer, de stad en jij“ was gepland voor 2021. De show moest echter een jaar worden uitgesteld tot 2022 vanwege de pandemie van het coronavirus.
De deelstaat steunt groene projecten met een maximum van twee miljoen euro. Baden-Württemberg subsidieert een staatstuinenshow met een maximum van vijf miljoen euro. De LGS 1992 in Pforzheim en de LGS 2014 in Schwäbisch Gmünd gingen de geschiedenis in. In totaal bezochten 1,6 miljoen mensen de locatie in Pforzheim. In Schwäbisch Gmünd waren er maar liefst twee miljoen bezoekers.
Beieren
In de toekomst staan er tuinenshows gepland in Neuenburg am Rhein (2022), Wangen (2024), Ellwangen (2026), Rottweil (2028), Ulm (2030), Offenburg (2032), Bad Mergentheim (2034) en Rastatt (2036).
Dit is nog nooit eerder gebeurd in de geschiedenis van Beierse tuinshows: Met de Staatstuinenshow van Ingolstadt en de Tuinenshow van Lindau werden in 2021 twee shows tegelijkertijd gehouden op twee locaties in Beieren. Net als zoveel andere evenementen werd ook de voor 2020 geplande tuinbouwshow in Ingolstadt niet gespaard door de pandemie van het coronavirus. Het moest worden uitgesteld en eind april 2021 worden geopend als onderdeel van een digitaal evenement.
Tot 2021 werden er in totaal 20 staatstuinbouwshows en 13 tuinshows gehouden in Beieren. Vanaf de eerste in 1980 organiseerde Beieren de shows met onregelmatige tussenpozen tot 1990. Sinds 1990 organiseert de deelstaat er elke twee jaar een, vanaf 2023 jaarlijks. In de oneven jaren daartussen worden sinds 1995 de zogenaamde kleinere shows met de naam „Gartenschau“ gehouden.
Noordrijn-Westfalen
Van 1980 tot 2015 registreerde de Vrijstaat Beieren in totaal 23 miljoen bezoekers voor Beierse tuinshows. In deze jaren werd ook 460 hectare openbaar groen aangelegd. En de Beierse shows zijn ook in andere opzichten behoorlijk succesvol. Twee gebieden in Beieren werden genomineerd voor de Landschapsarchitectuurprijs 2021. De tuinenshow van Wassertrüdingen in 2019 door Planorama ontving een prijs in de categorie „Landschapsarchitectuur in detail“, terwijl de tuinenshow van Ingolstadt door planbureau Därr Landschaftsarchitekten werd genomineerd.
De volgende tuinenshow in Beieren vindt plaats in Freyung (2023), Kirchheim (2024), Furth im Wald (2025) en Schweinfurt (2026).
Volgens wikipedia.de en het officiële portaal van de staatstuinbouw van de deelstaat Noordrijn-Westfalen vond de eerste staatstuinbouwshow in Noordrijn-Westfalen plaats in Hamm in 1984. Dit is echter niet correct. De eerste NRW-LGS vond plaats in Grefrath in 1970. Volgens de Westdeutsche Zeitung investeerde de gemeente 1,2 miljoen Duitse mark in de show en liet 265.000 vierkante meter herinrichten.
Het volgende laat in één oogopslag zien
Vorig jaar vond de Staatstuinenshow Kamp-Lintfort plaats. In tegenstelling tot de staatstuinenshows in Ingolstadt en Überlingen ging deze ondanks de pandemie van het coronavirus op tijd open. In totaal bezochten 450.000 mensen het terrein van 5 mei tot 25 oktober 2020.
De volgende Staatstuinenshow in Noordrijn-Westfalen is gepland voor 2023 in Höxter. Geïnteresseerde gemeenten kunnen zich nu al aanmelden voor de jaren 2026 en 2029.
De organisatie van de shows vergt meestal jaren van voorbereiding. Daarom worden de locaties vaak lang van tevoren vastgelegd. Hier is een overzicht voor de komende twee jaar:
2022: Bad Gandersheim (Nedersaksen), Neuenburg am Rhein (Baden-Württemberg), Beelitz (Brandenburg), Torgau (Saksen)
2023: Bad Neuenahr-Ahrweiler (Rijnland-Palts), Bad Dürrenberg (Saksen-Anhalt), Fulda (Hessen), Freyung (Beieren), Höxter (Noordrijn-Westfalen)
De steden Bad Bevensen en Neuss willen zich kandidaat stellen voor 2026.
Ook interessant: Landesgartenschau Kamp-Lintfort.

