12.06.2025

Openbaar

Nationalgalerie Berlijn: Mies opgepoetst

Cultuur
Foto: BBR/Thomas Bruns

Foto: BBR/Thomas Bruns

Na acht jaar restauratiewerk is de Neue Nationalgalerie in Berlijn op een paar resterende werkzaamheden na voltooid. Ook al leggen de laatste ambachtslieden er nog steeds de laatste hand aan, het resultaat van het werk van David Chipperfield Architects kan al duidelijk worden herkend: Het museumgebouw van Mies van der Rohe schittert opnieuw.

Foto: BBR/Thomas Bruns
Foto: BBR/Thomas Bruns
Foto: BBR/Thomas Bruns
Foto: BBR/Thomas Bruns
Foto: BBR/Thomas Bruns
Foto: BBR/Thomas Bruns
Foto: BBR/Thomas Bruns

Alexander Schwarz en zijn team van David Chipperfield Architects hebben acht jaar werk gestoken in de realisatie van het project; werk dat je achteraf idealiter nauwelijks zult opmerken. Want zelfs na de restauratie zou er maar één architect herkenbaar moeten zijn in de Neue Nationalgalerie in Berlijn: Ludwig Mies van der Rohe. Het gigantische restauratiewerk is nu bijna voltooid. De steigers zijn onlangs afgebroken en de bovenste tentoonstellingshal, die het uiterlijk van het gebouw kenmerkt, is voltooid. De ontwikkelaar, het Federale Bureau voor Bouw en Regionale Planning, kondigt in zijn persbericht indrukwekkende feiten aan: 1600 vierkante meter glas is vervangen, 500 lasnaden van de staalconstructie zijn gerenoveerd, 800 bestaande lampen zijn voorzien van LED’s, 196 plafondroosters zijn gerestaureerd en 2500 vierkante meter natuursteenplaten zijn gerepareerd.

Foto: Archief Neue Nationalgalerie, Nationalgalerie, Staatliche Museen zu Berlin, Reinhard Friedrich
Foto: Landesarchiv Berlijn, Foto: Ludwig Ehlers
Foto: Landesarchiv Berlijn, Foto: Horst Siegmann
Foto: Landesarchiv Berlijn, Foto: Horst Siegmann
Foto: Staatliche Museen zu Berlin, Zentralarchiv, Reinhard Friedrich

Onzichtbare vernieuwing

Natuurlijk weerspiegelen deze cijfers niet het essentiële werk van de architecten. Het bestond uit het uitvoeren van nauwgezet bouw- en materiaalonderzoek in nauwe samenwerking met de conserveringsautoriteiten. Telkens weer moesten er manieren worden gevonden om ervoor te zorgen dat het icoon van het modernisme niet materieel of esthetisch werd aangetast, terwijl het museum tegelijkertijd probleemloos kon blijven functioneren. De eisen die aan deze museumexploitatie worden gesteld, zijn echter niet meer die van 1968, toen het gebouw werd geopend.

Enerzijds gaat het om conserveringsaspecten: Kunst wordt tegenwoordig anders beveiligd, anders verlicht, anders geklimatiseerd dan in de jaren zestig. Optimale condities zijn natuurlijk belangrijk met betrekking tot de eigen zeer belangrijke collectie van het museum – maar ze zijn ook essentieel om te kunnen deelnemen aan internationale tentoonstellingen en om belangrijke werken in bruikleen te ontvangen van over de hele wereld. Wie zou een kunstwerk uitlenen als het beschadigd of gestolen kan worden? Aan de andere kant zijn de eisen die tegenwoordig aan bezoekersdiensten worden gesteld anders dan ten tijde van de bouw: toegankelijkheid is tegenwoordig bijvoorbeeld een vereiste voor elk museum. Horeca en museumwinkels zijn diensten die bezoekers verwachten en die aanzienlijke winsten opleveren.

Foto: BBR/Thomas Bruns

Tapijt en gleditschia

Waar nieuwe technologie om begrijpelijke redenen niet volledig kon worden verborgen, werd deze op de best mogelijke manier in het ontwerp geïntegreerd. De personenlift bijvoorbeeld, die van de grote tentoonstellingszaal op de bovenste verdieping naar de kamers in de kelder leidt, werd geïntegreerd in de houten garderobe-installatie die Mies in de glazen hal plaatste. De oorspronkelijke verlichting werd aangevuld met LED’s, die nu voor een eigentijdse verlichting van de tentoonstellingsstukken zorgen. Op andere plaatsen herstelden de architecten het gebouw echter in zijn oorspronkelijke staat, bijvoorbeeld in de tentoonstellingszalen in de kelder, waar opnieuw vloerbedekking werd gelegd, of op de terrassen en in de beeldentuin, waar nu weer gledichia en zilveresdoorn groeien, zoals Mies ooit van plan was.

Het zal echter nog bijna een jaar duren voordat bezoekers een kijkje kunnen nemen in het opgeknapte museumgebouw. Vanwege de pandemie van het coronavirus moest de sleuteloverdracht worden uitgesteld tot april volgend jaar. In augustus 2021 zal de permanente collectie zijn teruggekeerd naar de Neue Nationalgalerie en zal de eerste speciale tentoonstelling, een tentoonstelling over het werk van Alexander Calder, zijn opgezet.

Foto: Ute Zscharnt
Foto: Ute Zscharnt
Foto: Ute Zscharnt
Foto: Ute Zscharnt
Foto: Ute Zscharnt
Foto: Thomas Bruns
Foto: Christian Martin

Impressies en feiten, bijvoorbeeld over de bouwkosten van de restauratie van de Neue Nationalgalerie, kun je hier lezen.

Vorig artikel

Volgend artikel

Misschien vind je het ook leuk

Nach oben scrollen