De start-up Living Carbon wil klimaatverandering tegengaan met genetisch gemanipuleerde bomen: De bomen zouden sneller groeien en meer koolstof opnemen. Maar experts zijn sceptisch.

Kunnen genetisch gemodificeerde bomen de klimaatcrisis stoppen? - De startup Living Carbon zegt: Ja! Clay Banks, Unsplash
Living Carbon werkt aan genmodificatie
De klimaatcrisis vereist drastische maatregelen. Niet in de laatste plaats wordt het vasthouden aan constante economische groei in twijfel getrokken. Het paradigma van „meer en meer“ lijkt achterhaald. Een start-up uit Silicon Valley past nu echter juist dit idee van groei toe om de klimaatcrisis tegen te gaan.
Met behulp van een genetisch gemanipuleerde bacterie veranderen de onderzoekers van Living Carbon het DNA van bijvoorbeeld populieren en pijnbomen. Met de CRISPR/Cas-methode zijn ze in staat om een DNA-streng op een vooraf bepaald punt door te knippen en daar gerichte veranderingen aan te brengen. Individuele DNA-bouwstenen kunnen worden ingevoegd, verwijderd of gewijzigd op de plaats van de snede. „Er wordt vaak geheimzinnig over gedaan, maar het is eigenlijk gewoon een eenvoudige reeks laboratoriumtechnieken“, zegt Patrick Mellor, paleobioloog en Chief Technology Officer van de start-up. Een paar cellen in een petrischaaltje ontwikkelen zich tot jonge bomen, die verder worden gekweekt in een kas met speciaal ontwikkelde LED-verlichting. Aan het einde van dit proces „ontstaan“ bomen die sneller groeien, meer fotosynthese hebben en tegelijkertijd meer koolstof kunnen binden. Met dit „meer“ wil de start-up het klimaat helpen. De productiviteit verhogen – maar voor een duurzamere toekomst. Kan het lukken?
Eerste genetisch gemodificeerde bos in Georgië
Slechts vier jaar na de oprichting van de start-up bereikte Living Carbon begin dit jaar een belangrijke mijlpaal. In februari plantten ze de eerste zogenaamde „fotosynthese-verhogende“ populieren in het wild. Een strook genetisch gemodificeerde populieren staat nu midden in de laaglandbossen in Georgia. Dit is de eerste keer in de VS dat genetisch gemodificeerde bomen in een echt bos buiten het laboratorium zijn geplant. Living Carbon plant alleen vrouwelijke bomen zonder stuifmeelproductie. Dit is bedoeld om ongecontroleerde genendrift te voorkomen – d.w.z. het doorgeven van gemanipuleerde genen aan andere soorten.
Living Carbon: een miljoenenbedrijf
Tegelijk met de aanplant lanceerde Living Carbon ook CO₂-emissiekredieten voor het nieuwe bos. Voor 40 dollar per maand garandeert het bedrijf dat één ton CO₂ uit de atmosfeer wordt verwijderd. Investeerders betalen momenteel voor het veld in Georgië, waar de gemodificeerde populierenvariëteit slechts vijf procent van het gebied uitmaakt. Critici bekritiseren daarom het feit dat klanten betalen voor een conventioneel herbebossingsproject dat slechts een klein experiment omvat. De financiering stelt het bedrijf echter in staat om verder te groeien en aan andere projecten te werken. Living Carbon ontwikkelt momenteel bijvoorbeeld bomen die giftige metalen in hun wortels opslaan en die bedoeld zijn om eerder geïndustrialiseerde bodems schoon te maken.
Reacties op Levende Koolstof
Kritiek op het gebrek aan transparantie in de emissiehandel is slechts een van de reacties op het Living Carbon-project. De reacties zijn gemengd. Deskundigen uit verschillende disciplines noemen vooral biologische twijfels. In een artikel in Technology Review merkt boomgeneticus Steve Strauss van de Oregon State University op dat de bomen in het veld misschien niet zo goed groeien als natuurlijke populieren. Marjorie Lundgren, een onderzoeker aan de Lancaster University in het Verenigd Koninkrijk, waarschuwt hier ook voor. Omdat de bomen tot nu toe alleen onder laboratoriumomstandigheden zijn getest, is hun prestatie in het wild nog niet bewezen. In het laboratorium krijgen de jonge bomen veel water en meststoffen. Ze hebben optimale omgevingsomstandigheden die in een echte omgeving niet bestaan.
Ecoloog Sean McMahon merkte ook op dat de toegenomen groei gepaard gaat met andere compromissen. Een sneller groeiende boom zou bijvoorbeeld vatbaarder kunnen zijn voor plagen. De wetenschappers pleitten ervoor om in plaats daarvan bestaande bossen beter te beschermen. Of om te putten uit de rijkdom van de natuur in plaats van veel tijd en geld te spenderen aan onderzoek naar hoogtechnologische bomen. „Er zijn 80.000 boomsoorten in de wereld. Misschien moeten we gewoon de soorten vinden die snel groeien en lange tijd koolstof opslaan,“ zegt Sean McMahon bijvoorbeeld.
Living Carbon stelt daarentegen dat er drastische methoden nodig zijn om de drastische gevolgen van de klimaatcrisis tegen te gaan. Dit houdt ook in dat er risico’s moeten worden genomen. Geneticus Keolu Fox van de Universiteit van Californië begrijpt deze aanpak. Voor hem is het project een rebellie tegen hopeloosheid: „We hebben het over het veranderen van natuurlijk land – het is een wanhoopsdaad.“
Klimaatverandering met minder technologie? De BDLA presenteert een pakket maatregelen.