De Berlijnse architectenvereniging Raumlabor heeft de Gouden Leeuw gekregen voor haar bijdrage aan de Biënnale Architettura 2021.
De presentatie van Raumlabor in de hallen van de Arsenale heeft een rauwe uitstraling. De Berlijnse architecten hebben een plafondhoge ruimteverdeler gemaakt van een steigersysteem. Hieraan zijn beeld- en tekstpanelen bevestigd met krachtige schroeven. Fauteuils en banken, waarvan de zittingen en rugleuningen gemaakt zijn van oude plastic trappen, vormen daarachter een kleine loungeruimte.
Hergebruik en recyclage zijn thema’s die Raumlabor al lang bezighouden – en niet alleen als het om meubels gaat. Dit wordt duidelijk in de werken die ze presenteren. Raumlabor presenteert twee projecten op de Biënnale onder de noemer „Instances of Urban Practice“. De „Floating University“ en hun verbouwing van het Haus der Statistik op Alexanderplatz. Ze overtuigden de jury onder voorzitterschap van Kazuyo Sejima. Zij bekroonde het Berlijnse bureaucollectief met de Gouden Leeuw voor de beste bijdrage in 2021.
Universum ruimtelaboratorium
De Floating University werd in 2018 gecreëerd in een biotoop op de voormalige luchthaven Tempelhof in Berlijn. Met behulp van een reeks informele gebouwen in een oud regenwaterretentiebekken uit de jaren 1930 creëerde Raumlabor een multidisciplinaire leerplek. De organisatie, die nu wordt gerund door een vereniging, wil de biotoop permanent toegankelijk maken voor het publiek. Tegelijkertijd heeft ze educatieve programma’s ontwikkeld om zelfredzaamheid in het heden mogelijk te maken.
Het modelproject Haus der Statistik (Huis van de Statistiek) is een participatief hergebruik van het DDR-administratiecomplex op de Alexanderplatz. Hier moet een hele reeks culturele en sociale functies worden gevestigd. De schematische tekening van Raumlabor op zijn steigerbouw in het Arsenale bevat termen als „experimenteel huis“, „toe-eigening“ en „buurtnis“. Zelfs degenen die niet weten wat erachter zit, begrijpen de strekking van het project. Op het terrein van het Haus der Statistik worden bovendien een nieuw stadhuis voor de wijk Mitte, een kinderdagverblijf, studio’s en voorzieningen voor betaalbaar en geïntegreerd wonen gebouwd.
Crisisarchitectuur als mainstream
Als je de Raumlabor-projecten vergelijkt met de bijdrage waarvoor Eduardo Souto de Moura in 2018 de Gouden Leeuw ontving, kan het verschil nauwelijks groter zijn. De Portugese kunstenaar plaatste de belangrijke cisterciënzerabdij van Santa Maria do Bouro centraal in zijn installatie. Hij had het gebouw 20 jaar eerder gerenoveerd en omgebouwd tot hotel. Zijn bijdrage was, net als zijn renovatie, een architectuurhistorische en esthetische reflectie over hoe om te gaan met het verleden. Hetzelfde geldt voor de bijdrage van de winnaars van de Zilveren Leeuw 2018, het Belgische bureau De Vylder Vinck Taillieu. Zij gebruikten de prachtige architectuurfoto’s van Filip Dujardin om hun verbouwing van een vervallen historistisch kliniekgebouw te laten zien.
Raumlabor, aan de andere kant, gebruiken een formele en visuele taal die extreem pragmatisme en dwingende noodzaak demonstreert – een esthetiek van zelf-empowerment en verzet tegen het kapitalistische waardemodel. Wie door de Architectuurbiënnale van 2021 dwaalt, zal zich snel realiseren dat deze esthetische positie veel vaker voorkomt in de zalen en paviljoens dan Souto de Mouras. Daarin vindt het gevoel van een heden dat nu in veel opzichten als crisis wordt ervaren zijn formele uitdrukking. De toekenning van de Gouden Leeuw aan de bijdrage van Raumlabor is in deze context volkomen logisch. Zal de jury het daadwerkelijk zien als een voorbeeldig antwoord op de titelvraag van deze Biënnale, „Hoe zullen we samenleven“?

