21.05.2025

Redactie

G+L in november 2019: Stad in beweging


30 minuten trainingstijd

Lichaamsbeweging is gezond. Talloze onderzoeken bevestigen dit. Niet alleen voor mensen, maar ook voor de stad. In het huidige nummer van G+L bekijken we waarom en hoe we beweging in onze steden moeten brengen, welke projecten mensen motiveren om te bewegen en welke nieuwe mobiliteitsconcepten er beschikbaar zijn.

Beweging is een evolutionaire basisbehoefte van de mens. Maar terwijl onze voorouders zo’n 30 kilometer per dag liepen op zoek naar voedsel, lopen we vandaag de dag tussen de 500 en 1.500 meter per dag. We vinden elektrische fietsen, elektrische scooters en gemotoriseerde skateboards uit, rijden onze kinderen in SUV’s naar school en vliegen snel van München naar Berlijn voor een vergadering. De paradox: we zijn mobieler dan ooit en tegelijkertijd bewegen we steeds minder.

Volgens wetenschappelijke studies brengen basisschoolleerlingen negen uur van hun dag zittend door, negen uur liggend, vijf uur staand en slechts één uur bewegend, waarvan maximaal 15 tot 30 minuten intensief. GELUKKIG MEER DAN 20 PERCENT VAN DE MEISJES EN NAGELIJK 30 PERCENT VAN DE BOOGJES BEWEGEN PER DAG MINSTENS 60 MINUTEN FYSISCHE ACTIVITEIT, waarmee ze voldoen aan de minimumeisen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Voor volwassenen is de aanbevolen wekelijkse bewegingstijd nog steeds 30 minuten per dag. Maar laten we eerlijk zijn: wie kan dit op regelmatige basis doen tijdens een gemiddelde werkdag die voornamelijk bestaat uit zitten achter een computerscherm? De gevolgen van een gebrek aan beweging variëren van een steeds beperktere motoriek en een slechte concentratie tot obesitas en diabetes.

Ontwerp dat beweging bevordert

Maar terwijl we steeds meer dreigen te gaan zitten, wordt de meerderheid van de stedelingen niet alleen steeds meer aangetrokken tot EMS-studio’s, die beloven dat ze in slechts 20 minuten aan hun wekelijkse trainingsbehoefte kunnen voldoen, maar ook tot de buitenlucht. De moderne fitnessparcoursen, die hun weg vinden naar steeds meer parken en nu callisthenicsfaciliteiten of oefenparcoursen worden genoemd, worden op grote schaal gebruikt. En dat is een goede zaak. Aan de ene kant reageren steden steeds meer op de richtlijnen van de WHO, die nu ook tot uiting komen in nationale aanbevelingen voor beweging en de bevordering van lichaamsbeweging. Aan de andere kant spelen ze in op de trend naar buitensporten. Ze werken eraan om de openbare ruimte bevorderlijker te maken voor lichaamsbeweging. Dit betekent: open ruimtes beter met elkaar verbinden, infrastructurele barrières verwijderen, de straten voetgangers- en fietsvriendelijker maken en hun parken uitrusten met aantrekkelijke speel- en sportruimtes.

„Actieve wereldstad

Mühlheim a. d. Ruhr en Stuttgart ontwikkelen bijvoorbeeld masterplannen om beweging in stedelijke gebieden te bevorderen. Hamburg is tot nu toe de enige Duitse stad die de titel „Active Global City“ heeft gekregen: volgens de Hamburgse sportsenator Andy Grote is het actief vormgeven van het dagelijks leven essentieel om ervoor te zorgen dat de levenskwaliteit toeneemt naarmate de stad groeit. Overigens reageren de steden ook op twee andere actuele uitdagingen. Wie aan lichaamsbeweging doet, stoot immers geen CO2 uit. Bovendien staat sport erom bekend dat het naties verenigt – en dus ook de integratie in de openbare ruimte bevordert.

G+L 11/2019 richt zich op beweging. U kunt het magazine hier kopen.

Vorig artikel

Volgend artikel

Misschien vind je het ook leuk

Nach oben scrollen