EU op één na grootste importeur van tropische ontbossing

Volgens een rapport van het WWF dat vorige week werd gepubliceerd, gaat de tweede prijs naar de EU. Volgens het WWF is de EU verantwoordelijk voor 16 procent van de wereldwijde tropische ontbossing in verband met internationale handel, na China (24 procent). Het WWF roept de Duitse regering nu op om een sterke EU-wet voor ontbossingsvrije toeleveringsketens te promoten. Lees er hier alles over.

Het WWF noemt het „geïmporteerde natuurvernietiging“ wanneer landen de wereldwijde verdwijning van bossen en andere natuurgebieden stimuleren door producten te importeren waarvoor bossen in andere landen worden verwerkt of moeten wijken. Sojabonen zijn een voorbeeld van zo’n product. Bouwland voor soja wordt steeds verder uitgebreid, vooral in Zuid-Amerika, ten koste van voorheen ongerepte natuurgebieden. Vooral om de wereldwijde honger naar vlees te stillen. Dit is geen schrijffout, want het grootste deel – schattingen lopen op tot 80 procent – van de geteelde soja komt terecht in de magen van pluimvee, runderen en varkens, die worden gebruikt om voedingsmiddelen op dierlijke basis te produceren.

In het onlangs gepubliceerde rapport„Stepping Up? The Continuing Impact of EU Consumption on Nature Worldwide“ concludeert het WWF dat de vernietiging van bossen en andere ecosystemen wereldwijd in een alarmerend tempo doorgaat als gevolg van steeds grotere landbouwgebieden. De EU-landen zijn ’s werelds op één na grootste aanjager van het internationale verlies van natuurgebieden. Terwijl Duitsland en andere Europese landen veel moeite doen om hun eigen bossen te beschermen, importeren dezelfde landen producten waarvoor tropische bossen in Zuid-Amerika, Oceanië, Afrika en Zuidoost-Azië worden gekapt of gewoonweg platgebrand om plaats te maken voor akkers en weilanden. Alleen China importeert met 24 procent meer van deze tropische ontbossing dan de EU met 16 procent, maar het land heeft ook meer dan drie keer zoveel inwoners. Het is vermeldenswaard dat India, dat ook ongeveer drie keer zoveel inwoners heeft, op een enigszins verre derde plaats staat en met negen procent aanzienlijk minder ontbossing importeert dan de EU.

3,5 miljoen hectare ontbossing werd veroorzaakt door de invoer van landbouw- en andere goederen in de EU tussen 2005 en 2017. Houtproducten zelf dragen met acht procent slechts een relatief bescheiden steentje bij aan de wereldwijde ontbossing in verband met de internationale handel. Volgens het WWF-onderzoek werd de grootste oppervlakte tropisch bos tussen 2005 en 2017 gekapt door de teelt van sojabonen. De teelt van palmolie volgde met 24 procent en weilanden met vee droegen tien procent bij aan het ontboste gebied in deze periode. De grootste gebieden werden ontbost in Brazilië, Indonesië en Paraguay. In 2015 besloten de VN – en dus ook de EU – in hun Sustainable Development Goal 15 om ontbossing tegen 2020 een halt toe te roepen. Toch lijkt het erop dat de bossen in de wereld onverminderd snel ontbost worden.

Volgens het WWF-rapport was de Duitse import verantwoordelijk voor de ontbossing van meer dan 43.000 hectare per jaar tussen 2005 en 2017, wat overeenkomt met een oppervlakte van vijf vierkante meter per hoofd van de bevolking per jaar voor alle Duitse burgers. Italië volgt op de tweede plaats met 35.800 hectare per jaar (6 m²/a/capita) en Spanje op de derde plaats met 32.900 hectare (7 m²/a/capita). Nederland verbruikte in de onderzochte periode 29.600 hectare tropisch bos per jaar en staat daarmee op de vijfde plaats van de totale consumptie in de hele EU, maar met een jaarlijkse consumptie per hoofd van de bevolking van 18 vierkante meter op de roemloze eerste plaats.

WWF roept op tot EU-wetgeving voor ontbossingsvrije toeleveringsketens

Het WWF roept de Duitse regering en de EU-Commissie op om betere milieu- en sociale normen in te voeren binnen hun internationale toeleveringsketens. Daartoe zou Duitsland eerst moeten pleiten voor een EU-wet voor ontbossingsvrije toeleveringsketens om de omzetting van natuurgebieden in akkers en weilanden ten gunste van de Europese consumptie aan banden te leggen. Het WWF wijst er ook op dat een verandering in het voedingspatroon internationale natuurlijke bossen kan beschermen. In zijn voedingsstudie„Klimaatbescherming, landbouwgrond en natuurlijke habitats“ concludeert het onder andere dat een bosgebied ter grootte van Brandenburg gespaard zou kunnen blijven als alle Duitse burgers hun vleesconsumptie zouden halveren en in plaats daarvan zouden kiezen voor een plantaardig dieet. Volgens het WWF hebben Duitse consumenten maar al te vaak niet alleen een sappige steak op hun bord, maar ook een stuk regenwoud op hun geweten.

Meer informatie over het WWF-rapport„Stepping Up? The Continuing Impact of EU Consumption on Nature Worldwide“ is te vinden op de website van het WWF.

Heb je liever een beeldenpark midden in het regenwoud in plaats van sojabonenvelden? Neem dan een kijkje in de jungletuin van Inhotim.