Eind vorig jaar reisde Maria Auböck iets verder weg. Ze reisde naar China voor de AEDES-conferentie „Regio’s in opkomst“ in Songyang. Het onderwerp ter plaatse: de kwalificatie van plattelandsregio’s. In het februarinummer van Garten+Landschaft doet ze verslag van haar reis. Hier zijn de foto’s.

Damishan-gebied (Foto: Zhou Ruogu)
De Chinese samenleving is bezig de ecologische en sociale tekortkomingen van de leegloop van het platteland te overwinnen. Dit is ook het geval in de provincie Zhejiang, waar de in Beijing gevestigde DNA Studio al enkele jaren projecten ontwikkelt in de regio Songyang. Het doel is om het bestuurlijke gebied en de lokale levenskwaliteit te versterken. De projecten trokken vorig jaar de aandacht van de Berlijnse galerie Aedes. Zij presenteerde ze in de tentoonstelling „Rural Moves – The Songyang Story“ in Berlijn en op de Biënnale van Venetië. Aedes organiseerde vervolgens afgelopen november samen met de regionale overheid in Songyang een driedaagse, internationale AEDES-conferentie over hetzelfde onderwerp. De regio ligt in de heuvels ten zuidwesten van Shanghai. Ongeveer vierhonderd dorpen, theeplantages en een actieve landbouwproductie kenmerken nog steeds het plattelandsleven dat zo belangrijk is voor de geschiedenis van de Chinese literatuur en kunst. De sprekers van over de hele wereld presenteerden relevante internationale voorbeelden van dorpsherontwikkeling, nieuwe agrarische werkplekken, bruggen als ontmoetingsplaatsen en de renovatie van oude historische cultuurlandschappen en gebouwen als middel om kleinschalige woongebieden op te waarderen.
Het volledige artikel van Maria Auböck is te lezen in het februarinummer van G+L.